Visual studio is een tool van Microsoft waarin je gemakkelijk kan programmeren in verschillende talen. Net zoals je Microsoft Word zou gebruiken om teksten te schrijven kan je Visual studio gebruiken om code te schrijven. Je kan bovendien de laatste versie van Visual Studio kosteloos downloaden.
Werken met Projects en Solutions
Projects & Solutions
In Visual Studio krijgen we te maken met projects & solutions als deel van de applicatie die we ontwikkelen. Een solution is een verzameling van projecten. Een solution stelt de volledige applicatie voor die we creëren. Een solution kan verschillende types projecten bevatten zoals windows forms-projecten, websites, console applicaties, databaseprojecten, class libraries, …
Een project groepeert codebestanden voor een deel van de applicatie. Zo kan je bijvoorbeeld een windowsproject maken dat de grafische interface zal bevatten en een databaseproject waarin alle logica voor de database zit. De combinatie van meerdere projecten vormt uiteindelijk de applicatie of de solution.
Project en File templates
Wanneer we een nieuw project starten in Visual Studio (Ctrl + shift + N of File => New Project) dan krijgen we een hele hoop keuzemogelijkheden. Dit noemen we “Project Templates”. Deze templates bevatten een aantal standaarddocumenten die we nodig hebben voor bepaalde projecten. Zo worden er bijvoorbeeld voor een Windows-applicatie designer.vb bestanden gecreëerd die de code zullen bevatten voor de lay-out van een venster in onze applicatie. Wanneer we een template kiezen zijn er nog een aantal opties die we kunnen instellen, zoals de naam en het feit of er een nieuwe solution gecreëerd moet worden. Verder is het ook mogelijk om het target framework te specificeren. We kunnen kiezen om een applicatie te schrijven voor .Net 5 of een oudere versie.

Wanneer we een nieuw project hebben gecreëerd, kunnen we, door rechts te klikken op het project (in de solution explorer), bestanden toevoegen aan het project. Dit werkt op dezelfde manier als de projecten-wizard. Ook hier zijn weer een boel templates beschikbaar die reeds een aantal voorgedefinieerde zaken bevatten. Zo zal een HTML-document reeds de nodige DOCTYPE-declaratie bevatten, een HEAD- en een BODY-sectie. Een class bestand zal reeds de klassedeclaratie bevatten.

Solution Explorer
De solution is de grootste unit waarmee we werken in Visual Studio.
Een solution wordt gedefinieerd als een verzameling van projecten. Het
is deze verzameling van projecten die uiteindelijk een “oplossing” vormt
voor het “probleem”.
Code schrijven
Code Editor
De code editor bezit een aantal handige functies die ons in staat stellen om
sneller te kunnen ontwikkelen. Het is nuttig om een aantal van deze even te
overlopen.
- Wijzigingsoverzicht
Elke lijn code die je aanpast zal gemarkeerd worden met een gekleurde streep in de linkermarge naast deze lijn. Wanneer je het bestand opslaat wordt deze streep groen. Deze lijnen overleven compilaties, maar raken verloren wanneer je het bestand sluit en weer opent. Het is een handige feature die je laat zien welke wijzigingen je aanbracht sinds je het bestand de laatste keer opsloeg. - Gefilterde Intellisense
Wanneer je een . typt na een variabele of een veld zal Visual Studio je een lijst aanbieden met al de leden van deze variabele of dit veld. Je krijgt onderaan twee tabs te zien: “common” en “all”. In de common-tab zijn enkel de meest frequent gebruikte leden te zien, all-tab zie je al de leden. Wanneer je eenmaal een element uit de all-tab kiest dat niet in de common-tab voorkomt, is Visual Studio intelligent genoeg om dit voortaan ook in de common-tab te tonen. - Code navigatie
Visual Studio helpt je bij het zoeken van de juiste code. Je kan naar de definitie van een symbool (een klasse, variabele, functie, event, …) springen door het te selecteren en op F12 te drukken, of door rechts te klikken en “Go to definition” te klikken. Visual Studio heeft tal van andere mogelijkheden zoals het docken van toolbars, fullscreen code editeren, tab groups, windows splitting, … Deze zal je gaandeweg leren door te werken met deze tool.
Search and Replace
Bij het zoeken naar de juiste code, zijn er in Visual Studio enkele handige
hulpmiddelen voorzien.
- Find all references
Eerst en vooral bestaat er de eerder vernoemde code navigatie, verder kunnen we ook in omgekeerde richting zoeken. Je kan vanuit de definitie van een symbool, alle verwijzingen naar deze vinden, door de definitie te selecteren, rechts te klikken en uit het menu “Find all references” te selecteren. Dit is anders dan dat we enkel op tekstuele waardes zouden gaan zoeken aangezien het hier gaat om echte references. Indien we bijvoorbeeld een aanroep van een functie zouden selecteren en een tekstuele zoekactie zouden doen krijgen we alle tekst te zien die deze functieaanroep toevallig bevatten. Bij deze opdracht worden enkel de resultaten van werkelijke functieaanroepen weergegeven. - Search box
Door Ctrl-F te duwen krijgen we een geavanceerde search en replace pop-up te zien. Deze tool laat ons toe om op tekstuele waardes binnen een document, geselecteerde tekst, project, geopende bestanden of solution te zoeken en indien nodig te vervangen. Verder is het ook mogelijk om zowel hoofdlettergevoelig als ongevoelig te zoeken. Ook kunnen we regular expressions gebruiken als zoekmiddel.
Error List + Task list venster
Het error-list venster toont je alle compiler errors, warnings en messages. Je kan elk type boodschap aan- of uitzetten door op de betreffende knoppen te klikken. Je kan naar de juiste plaats in de code springen door te dubbelklikken op het item in dit venster.
Het task-list venster kan je gebruiken om drie types informatie in op te slaan: zelf gedefinieerde taken, snelkoppelingen naar code en commentaren.
- Commentaren: Je kan een TODO-commentaar in de task-list krijgen
door het volgende stuk commentaar ergens in de code typen:
//TODO: tekst van de commentaar
- Je kan ook andere markeringen zoals HACK en UNDONE gebruiken om commentaren te markeren. Je kan ook zelf markeringen aanbrengen. Je kan bijvoorbeeld in de options-dialoog, een nieuwe commentaar markering OPTIMIZE ingeven om aan te duiden welke delen van de code geoptimaliseerd moeten worden.
- Eigen taken: Je kan een taak definiëren door in de combobox User Tasks te selecteren en daarna op de knop naast d combobox te klikken. Je kan een beschrijving en prioriteit aan de taak geven en aangeven of de taak al dan niet voltooid is.
- Snelkoppelingen naar code: Je kan een snelkoppeling naar de huidige locatie maken in de code editor door CTRL-K, CTRL-H te klikken of door in het submenu bookmarks van edit op Add Tasklist shortcut te klikken.
Werken met docking vensters
Alle vensters in Visual Studio zijn verplaatsbaar en kunnen we docken als een tabblad of als een apart venster. Wanneer we een venster verslepen krijgen we het volgende te zien:

In bovenstaand voorbeeld slepen we het middelste, losstaande venster. Door het venster te droppen op de nummers 1 tot en met 4 kunnen we het venster respectievelijk links, boven, rechts of beneden docken als een nieuw venster. In het midden van het venster zien we nummer 5 staan. Door hier op één van de 4 pijlen te droppen zetten we het venster neer als een apart venster naast, boven of onder het huidige venster. Indien we droppen in het midden dan zal er een nieuw tabblad gecreëerd worden. Deze functionaliteit laat ons toe onze werkomgeving op een makkelijke manier in te delen naar onze eigen wensen.
Debuggen
Visual Studio is naast een code-editor ook een volledige debugging applicatie. Debuggen is één van de belangrijkste taken van een ontwikkelaar en moet dan ook bekeken worden als een eersteklas lid van een ontwikkelomgeving. In Visual Studio zitten een aantal zeer geavanceerde tools die het leven van een ontwikkelaar een stuk vereenvoudigen. Debuggen betekent meestal stap voor stap elke regel code afgaan en kijken waar het eventueel fout loopt in de code. Een breakpoint is een markering in de code waar je de debugger vertelt om halt te houden zodra deze regel bereikt is. Het is een belangrijke tool bij het debuggen. Om een breakpoint te zetten in de code kunnen we F9 drukken en er zal een breakpoint op de huidige lijn geplaatst worden. Een andere optie is om in de linkermarge te klikken. Een rode bol zal naast de huidige lijn verschijnen. Een standaard breakpoint zal de applicatie altijd pauzeren wanneer de lijn bereikt wordt. Het is echter ook mogelijk om conditionele breakpoints te zetten. Deze breakpoints pauzeren de applicatie slechts wanneer de lijn bereikt wordt én er aan een bepaalde conditie voldaan wordt. Om dit bereiken plaatsen we eerst een standaard breakpoint. Daarna kan je rechts klikken op dit breakpoint en uit het context-menu Condition selecteren. Je kan nu een voorwaarde selecteren die moet voldaan zijn. Merk op dat je ook hier volledige Intellisense tot je beschikking hebt.
Stap voor stap door je code heen
Wanneer je aan het debuggen bent zal het statement dat zal uitgevoerd
worden (het volgende statement) in het geel gemarkeerd zijn. Je hebt dan
een aantal opties om verder te gaan:
- Step into (F11): Voert het volgende statement uit. Indien het statement een methodeaanroep is, zal de debugger naar deze methode gaan.
- Step Over (F10): Voert het volgende statement uit. Indien het statement een methodeaanroep is, zal de debugger de volledige methode uitvoeren, zonder te steppen in deze methode.
- Step Out (Shift+F11): Voert alle statements uit dat het huidige statement volgen tot het einde van de huidige methode bereikt is.
- Run to cursor (Ctrl + F10): Voert alle statements uit tot de plaats waar de cursor staat.
- Run (F5): Je gaat uit break-mode en de applicatie wordt verder uitgevoerd
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.